Anatomie / functie
1. De lever
​
1.1 Anatomie
De lever is een belangrijk en groot orgaan dat zich rechtsboven in de buikholte bevindt en voor het grootste deel achter de ribben gelegen is.
Doorgaans wordt de lever onderverdeeld in een linker en rechter helft waarbij het bloed toegevoerd krijgt via twee aanvoerwegen:
-de leverslagader (arteria hepatica propria): een aftakking van de aorta of grote buikslagader (rode pijl).
-de poortader (vena porta): brengt bloed aan uit het maag-darmstelsel naar de lever (blauwe pijl).
1.2 Functie
De lever heeft verschillende functies die essentieel zijn om normaal te kunnen leven. De belangrijkste daarvan zijn:
-Alle voedingsstoffen die via het maag-darmstelsel worden opgenomen, passeren eerst via de poortader (vena porta) langs de lever alvorens ze getransporteerd worden naar andere organen van het lichaam.
-Tijdelijke opslag van verschillende stoffen waaronder ijzer, vitamine A en verscheidene mineralen
-Het aanmaken en omzetten van aminozuren die nodig zijn om eiwitten te kunnen aanmaken.
-Het verwijderen van bilirubine (afbraakproduct na afbraak van oude rode bloedcellen). Bilirubine geeft de gal de typische geel/groene kleur en de stoelgang ontleent hieraan zijn donkerbruine kleur. Zonder gal zou de ontlasting een eerder witte/grijze kleur hebben.
-Aanmaak van stoffen die nodig zijn voor de bloedstolling in ons lichaam, namelijk de stollingsfactoren
-Medicijnen omzetten in een werkzame stof of het onschadelijk maken van onder andere geneesmiddelen, alcohol en andere bepaalde chemische producten.
-Het produceren van gal die een belangrijke rol speelt bij de vertering.
​
​
​2. De alvleesklier of pancreas
​
2.1 Anatomie
De pancreas of alvleesklier is een lang en uitgerekt orgaan aan de achterzijde van de maag.
Bij volwassen mensen is de lengte ongeveer 15 tot 20 centimeter en de dikte ongeveer 2 tot 3 centimeter.
De alvleesklier ligt achter in de bovenbuik, tegen de wervelkolom. De kop (K) van de alvleesklier ligt in de bocht van de twaalfvingerige darm, terwijl de nek (N) het lichaam (L) en de staart (S) achter de maag liggen.
2.2 Functie
De pancreas heeft twee belangrijke functies:
1) De pancreas speelt een belangrijke rol bij de vertering van het voedsel (exocriene functie). De pancreas produceert pancreassap dat spijsverteringsenzymen bevat. Het pancreasssap komt terecht in kleine kanaaltjes die dan samenkomen in één groter hoofdkanaal (de ductus van Wirsung). Dit hoofdkanaal mondt uit in de twaalfvingerige darm. Vlak voor de uitmonding in de twaalfvingerige darm komt het pancreaskanaal samen met de galweg.
2) De pancreas speelt daarnaast ook een belangrijke rol bij het regelen van de bloedsuikerspiegel.
In de pancreas bevinden zich celgroepjes die o.a. het hormoon insuline en glucagon produceren. Deze celgroepjes geven hun hormonen direct aan het bloed af en regelen zo het suikergehalte in het bloed.
3. Galblaas en galwegen
​
3.1 Anatomie
De galblaas is een peervormig, hol orgaan, dat onderaan de lever vasthangt. De gal is een vloeistof die in de lever aangemaakt wordt en via de galgangetjes in de lever naar de grotere galkanalen van de lever wordt afgevoerd. Uiteindelijk komen alle galkanaaltjes van de lever terecht in de linker of rechter galgang van de lever. Deze komen vervolgens samen in 1 galkanaal (ductus hepaticus) dat de gal naar de galblaas afvoert. Vanuit de galblaas wordt de gal via de hoofdgalweg (ductus choledochus) naar de twaalfvingerige darm getransporteerd. Aan het eind van de galgang bevindt zich een sluitspiertje (de papil van Vater), die zich alleen opent om gal door te laten. Samen met pancreassap stroomt de gal door de papil van Vater de twaalfvingerige darm binnen.
3.2 Functie
De gal zelf is een vloeistof die wordt geproduceerd door de lever. Via de galkanalen komt de gal in de galblaas terecht waar ze tijdelijk opgeslagen wordt en ingedikt. Omdat de functie van de galblaas enkel bestaat uit het opslaan van gal, is een leven zonder galblaas perfect mogelijk.
Wanneer we een maaltijd innemen trekken de spiertjes in de wand van de galblaas samen en ledigt de galblaas zich. De ingedikte gal die zich in de galblaas bevindt stroomt dan naar de hoofdgalweg en komt in de twaalfvingerige darm terecht. Daar is de gal noodzakelijk voor de vertering van onze vetten. Gal bestaat immers uit galzouten, bilirubine en cholesterol. De galzouten zijn noodzakelijk om het vet dat we innemen met de maaltijd in kleine druppeltjes te verdelen. Op die manier kunnen onze verteringsenzymes het vet beter verteren en kunnen we het vet opnemen.
Dagelijks wordt bij een volwassen persoon ongeveer 500 tot 800 cc gal geproduceerd door de lever. De hoeveelheid gal die naar de twaalfvingerige darm vloeit is afhankelijk van het vetgehalte van onze voeding.
Bilirubine (galkleurstof) ontstaat in de lever bij de afbraak van rode bloedcellen. Deze galkleurstof geeft de ontlasting zijn donkerbruine kleur. Als de galkleurstof om de een of andere reden niet meer uit de galblaas of de lever kan wegvloeien, dan krijgt de ontlasting een stopverf-achtige kleur en worden de huid en de ogen geelkleurig. De urine is dan eveneens heel donkerbruin van kleur. In de gal zit ook cholesterol, een bouwstof voor het lichaam. Een teveel aan cholesterol wordt via de gal uitgescheiden. Door een onevenwicht in de samenstelling van deze drie componenten kunnen zich stenen vormen in de galblaas.