Het medisch team
Patiënten die gediagnosticeerd worden met een aandoening van de lever- en/of pancreas zullen niet enkel in contact komen met een chirurg, maar ook met tal van andere gespecialiseerde artsen en zorgverleners. Hieronder worden ze allemaal opgesomd, met daarbij telkens een korte samenvatting van hun taken en bevoegdheden.
1. Artsen:
-
Huisarts
Vaak gaan patiënten met de eerste klachten/symptomen langs bij hun huisarts of merkt de huisarts afwijkende bloedwaarden op, waarna de patiënt meestal doorgestuurd zal worden naar een maag-darmspecialist (=gastro-enteroloog).
-
Gastro-enteroloog
Patiënten komen langs bij de maag-darmspecialist met een bepaald klachtenpatroon. Soms maken patiënten uit zichzelf die afspraak (als ze bijvoorbeeld gekend zijn door de arts) of vaak worden ze doorgestuurd via hun huisarts. De gastro-enteroloog zal luisteren naar de desbetreffende klachten en op basis daarvan enkele onderzoeken laten doorgaan zoals een bloedafname, een echografie, een endo- en/of coloscopie (=maag-darmonderzoek via kleine camera), een CT-scan of MRI-scan... Op basis van alle onderzoeken kan de gastro-enteroloog een diagnose stellen en kunnen patiënten een gepaste behandeling krijgen, zij het bij de gastro-enteroloog of bij de chirurg of radioloog (zie verder). Bepaalde gastro-enterologen hebben een bijzondere erkenning in de digestieve oncologie (tumoren van het spijsverteringsstelsel) en worden digestief oncoloog genoemd (zie verder). Zij zullen zich onder andere toespitsen op behandelingen met chemotherapie. Andere gastro-enterologen leggen zich specifiek toe op de behandeling van aandoeningen van lever-en galwegen en worden hepatologen genoemd.
-
Digestief oncoloog
De digestief oncoloog heeft een grote expertise in het behandelen van tumoren van het spijsverteringsstelsel waaronder dus de lever, galwegen en pancreas. Vaak wordt zo'n behandelingsplan multidisciplinair opgesteld (zie verder bij multidisciplinair team).
-
Radioloog
Bij lever- en pancreasaandoeningen zullen patiënten bijna altijd doorgestuurd worden naar de medische beeldvorming (zie verder) waar de radioloog de verkregen beelden zal interpreteren en zal doorgeven en bespreken met de chirurg en/of gastro-enteroloog. Soms zijn ook radiologische interventies nodig die worden uitgevoerd door gespecialiseerde radiologen (zie verder).
-
Chirurg
Indien blijkt (via medische beeldvorming) dat het letsel op de lever of pancreas operabel is, zal de patiënt doorverwezen worden naar de gespecialiseerde lever-pancreaschirurg. Deze zal de operatie uitvoerig bespreken met de patiënt (zie verder).
-
Anesthesist
De anesthesist is de arts die zorgt voor een optimale verdoving van de patiënt tijdens een operatie en houdt gedurende de volledige operatie de controle over zijn/haar vitale functies. Ook het postoperatief pijnbeleid van de patiënt is de verantwoordelijkheid van de anesthesist. Voor lever-en pancreaschirurgie werd een uniform pijnbeleid opgesteld via een klinisch pad, gebaseerd op de meest wetenschappelijke evidentie.
-
Patholoog
De patholoog is de arts die het weefsel onderzoekt die werd afgenomen via een punctie (voor diagnosestelling) of die het letsel onderzoekt die operatief werd weggenomen. Op basis daarvan wordt meer info verkregen over het type letsel en de mogelijke behandeling die nodig zal zijn achteraf (bijvoorbeeld chemo).
-
Radiotherapeut
2. Verpleegkundigen
Gedurende het zorgtraject komt de patiënt met verschillende verpleegkundigen in contact, die allen een verschillende taak hebben.
-
Pre-operatieve verpleegkundige
Indien een operatie gepland werd, gaat de patiënt vooraf langs bij de pre-operatieve verpleegkundige die uw dossier in orde brengt en info verleent over de opname en voeding, medicatie en bepaalde verzorging vooraf de operatie.
-
Operatieverpleegkundige
Gezien de complexe chirurgie, wordt er in het operatiekwartier meestal gewerkt met een vast team van anesthesieverpleegkundigen en instrumenterende-verpleegkundigen die op regelmatige tijdstippen bijscholingen volgen. De anesthesieverpleegkundige ondersteunt de anesthesist bij het bewaren van de lichaamsfuncties van de patiënt tijdens de operatie. De instrumenterende-verpleegkundige staat samen met de chirurg steriel aan de operatietafel en helpt of assisteert de chirurg tijdens de ingreep.
-
Verpleegkundigen tijdens de hospitalisatie
Gedurende de opname komt patiënt in contact met de verpleegkundigen die werken op de ontwaakafdeling, intensieve zorgen en op de verpleegeenheden. Ook zij dienen regelmatig bijscholingen te volgen, gezien de complexiteit van de chirurgie.
-
Oncoverpleegkundige/oncocoach
De oncoverpleegkundige is een aanspreekpunt voor de patiënt en zijn familie gedurende het volledige zorgtraject. Het takenpakket is veelvuldig: extra informeren van de patiënt, psychologische ondersteuning, luisteren naar extra noden van patiënt/familie en doorverwijzen waar nodig. De oncoverpleegkundige volgde hiervoor een specifieke opleiding bovenop de basisopleiding verpleegkunde.
-
Studieverpleegkundige
De studieverpleegkundige begeleidt en informeert patiënten die vrijwillig deelnemen aan klinische studies. Voor een overzicht van de lopende klinische studies zie 'wetenschappelijke activiteiten'.
3. Overige zorgverlening
-
Kinesitherapie
Na een operatie is het van belang dat de mobiliteit terug herstart wordt. Een team van kinesisten geeft de patiënt gedurende de opname ademhaling- en mobiliteitsoefeningen.
-
Diëtist
Wanneer de voedingsopname na een operatie moeilijker verloopt, worden diëtisten ingeschakeld die helpen kijken of de patiënt voldoende essentiële voedingsstoffen kan innemen en zal zo nodig bijvoeding opgestart worden. Voor een lever- of pancreasoperatie moeten patiënten de dag voor de operatie enkele resource-drankjes drinken die zorgen voor extra suikers en aminozuren, wat een positief effect heeft op het herstel van de operatie.
-
Psycholoog
Soms krijgen patiënten en hun familie zwaar nieuws te verwerken waardoor er nood is aan psychologische ondersteuning.
-
Sociale dienst
Wanneer blijkt dat het ontslag vanuit het ziekenhuis naar huis moeilijk zal verlopen, kan beroep gedaan worden op de sociale dienst. Zo kan bijvoorbeeld hulp thuis voorzien worden, alsook een tijdelijke opname op een revalidatie-afdeling of kortverblijf van een verzorgingstehuis.