Ingreep
Gezien de complexiteit van de chirurgie werkt de chirurg tijdens de operatie samen met een vast team van verpleegkundigen en anesthesisten.
​
Infuus:
Voor de operatie krijgt u een infuus in uw arm om het nodige vocht en medicatie toe te dienen. Achteraf de operatie zal men dit zo snel mogelijk proberen te verwijderen wanneer uw toestand het toelaat (in het kader van het klinisch pad).
​
Sondes, katheters en drains:
We proberen deze zo beperkt mogelijk te houden in functie van het klinisch pad.
Tijdens de narcose wordt een blaassonde geplaatst die zal verwijderd worden de eerste dagen na de operatie samen met de epidurale katheter (indien die geplaatst werd).
Afhankelijk van het type ingreep plaatst de anesthesist net voor de operatie een epidurale katheter die zal fungeren als pijnpomp tijdens en na de operatie.
Veelal wordt op het einde van de operatie een drain in de buik geplaatst waarlangs overtollig bloed via een buisje naar buiten kan stromen. U heeft hier gewoonlijk geen of weinig last van. Deze drain wordt eerstdaags na operatie verwijderd op de kamer.
​
Soorten ingrepen:
Afhankelijk van het letsel en de toegankelijkheid in de buik, zal de meest geschikte chirurgische aanpak uitgevoerd worden door de chirurg en zijn vast team van instrument-verpleegkundigen. Volgende drie opties zijn mogelijk:
-
Kijkoperatie via enkele kleine incisies
-
Robotoperatie ook via enkele kleine incisies
-
Klassieke/open operatie via incisie onder de ribbenboog
​​
Het klinisch pad werd tevens aangepast volgens het type ingreep aan lever of pancreas.
Voor meer info over de ingrepen aan lever, pancreas of galwegen, zie onderdeel 'info lever en pancreaschirurgie'.
​